Stapgewijs leren rekenen
Rekenen wordt over het algemeen gezien als een te abstract en moeilijk vakgebied voor kinderen met Downsyndroom. Wanneer men echter het kind vanaf jonge leeftijd op een leuke manier introduceert in de wereld van tellen en getallen, zal een kind de motivatie en vaardigheden ontwikkelen om later ‘echt’ te leren rekenen.
Met babies en peuters kunnen allerhande telliedjes en telspelletjes gedaan worden, zoals het zingen van ‘1,2,3,4, Hoedje van papier’ en het tellen van de kaarsjes op de verjaardagstaart.
Kleine aantallen kunnen systematisch benoemd worden, bijvoorbeeld: ‘Jij hebt twee rozijntjes’; ‘Dat is Bert, dat is Ernie, dat zijn er twee’.
Oudere peuters en kleuters kunnen gaan oefenen in de tien deelvaardigheden van het voorbereidend rekenen:
- Globale aantallen herkennen
- Cijfers herkennen
- Tellen en terugtellen
- Volgorde van de getallen
- Aftellen van hoeveelheden
- Vergelijken van hoeveelheden, evenveel-meer-minder
- Splitsen van kleine aantallen met concrete voorwerpen
- Ruimtelijke begrippen en rangtelwoorden
- Cijfers schrijven
- Seriëren
Tijdens de workshop Rekenvoorbereiding, van stichting scope, krijgt men handvatten om hiermee zelf aan de slag te gaan.
Omdat ik deze workshop gevolgd heb kan ik school en ouders ondersteunen in de rekenvoorbereiding.
Kinderen vanaf groep 3 kunnen via de nieuwe methode De Rekenlijn de plus- en minsommen tot de 10 leren. In de vervolgmethode, die thans nog in ontwikkeling is, leren de kinderen ook het rekenen tot de 100: de sprong over de 10, de tafels, het eurorekenen, en meer.
In deze methode wordt uitgegaan van de leerpsychologie van kinderen met Downsyndroom. De stapjes zijn zeer klein en systematisch opgebouwd. Er wordt rekening gehouden met hun beperking op het gebied van het sequentieel geheugen en er wordt extra aandacht besteed aan het verinnerlijken en automatiseren van de leerstof.
Het gebruik van hulpmiddelen wordt in iedere fase bewust afgebouwd. Het kind leert werken volgens geheugenbeelden en strategieën. Het uitrekenen door middel van tellen wordt ontmoedigd en vervangen door slimmere en snellere strategieën.
De Rekenlijn tot 10 bevat vier leerlijnen die naast elkaar worden aangeboden:
- Plussommen tot 10 en tussen 10 en 20
- Splitssommen tot 10 en minsommen
- Tellen en getallen tot 100
- Cijfers schrijven
Vanaf het begin wordt gewerkt aan het ontwikkelen van inzicht. De methode is erop gericht ‘nep-rekenen’ te voorkomen. Bijvoorbeeld: Een kind kan rekenen tot 20 op het telraam, maar kan zonder dit telraam geen enkele som uitrekenen. Doel is een kind echt zelfstandig te leren rekenen. We vertellen het kind: ‘Rekenen is denken, je doet het met je hoofd’. Er wordt geen haast gemaakt met het doorlopen van een stap. Zo gauw het kind beheersing heeft over een stap kan het verder.
Het door elkaar aanbieden van verschillende stappen wordt ook zorgvuldig voorbereid. Zo worden de +1 sommen eerst aangeleerd, daarna de +2 sommen, en vervolgens pas het maken van beide somtypen door elkaar.
Aan het toepassen van nieuwgeleerde stappen in dagelijkse situaties wordt ook expliciet aandacht besteed, zodat het rekenen geen geïsoleerde vaardigheid blijft.
Door de zorgvuldige opbouw van stappen en de mogelijkheden voor individuele aanpassing is de methode een veilige weg naar betekenisvol rekenen voor een grote groep kinderen met Downsyndroom of met andere leerproblemen.
Bron: www.stichtingscope.nl